Winkel- en Horecagebied

Zelhem beschikt over een redelijk compleet dorpscentrum, met een mix van winkels, horeca, diensten, maar is weinig compact en kent een onduidelijke afbakening. Aan de westzijde is Jumbo de trekker, maar aan de oostzijde ontbreekt een trekker. Enkele ‘trekkers’ liggen nogal verstopt en dragen te weinig bij aan de kracht van het centrum. Het winkelfront wordt op veel plekken onderbroken door woningen en de leegstand loopt langzaam op. We brengen de knelpunten in kaart en voeren verkennende gesprekken met winkels in het dorp. Doel is te komen tot een heldere winkelstructuur.

Hoewel het centrum van Zelhem redelijk tot goed functioneert, is bekend dat door de sterke opmars van online winkelen, de fysieke winkel het overal moeilijk heeft. Deze ontwikkeling zien we landelijk en heeft ook zijn impact op het centrum van Zelhem. Er treedt leegstand op en het gaat slecht met sommige winkels, hoewel dat vaak aan de buitenkant niet te zien is. Als de leegstand lang duurt, spreken we over structurele leegstand. Dergelijke leegstand is slecht voor het overige centrum.

Binnen VK Zelhem is het winkel-/centrumgebied aangewezen als een apart project. Het officiële doel van het project centrum/winkels is ‘te komen tot een optimaal functionerend  en toekomstbestendig centrumgebied, in balans en zonder leegstand, met een goede verdeling van trekkers’. Wat houdt dat precies in? Allereerst hebben we middels een ondernemersenquête meer inzicht gekregen in hoe de winkels in Zelhem functioneren. Het totaalbeeld kan worden samengevat als neutraal tot gematigd positief. Het centrum van Zelhem wordt meest redelijk tot soms goed beoordeeld. Toch is men niet echt tevreden over zaken als de eigen omzet, het eigen pand en over de toekomst. De leegstand is duidelijk de grootste ergernis (en zorg?) van de ondernemers. We zien een onderscheid tussen winkels die een pand moeten huren en ondernemers die zelf een pand hebben; eigenaar-ondernemers functioneren vaak beter.

Om te komen tot verbetering, zijn we bezig Zelhem-centrum te vergelijken met de branchering en opbouw van de meeste dorpscentra. Dan zien we dat de basis branchering redelijk op orde is , het aanbod horeca zelfs ruim voor een plaats van deze omvang. Qua aanvullende branches zou er beperkt nog wat bij kunnen, zodat de keuze nog iets wordt verbreed. Het grootste probleem is echter de opbouw van het centrum, deze is onevenwichtig: uitgaande van een haltermodel (een bewinkelde hoofdas met aan beide uiteinden een trekker) zien we dat de hoofdas aanwezig is (Smidstraat, Stationstraat) en dat er aan één zijde een sterk cluster ligt (Jumbo/Kruidvat/ter Stal), maar dat aan het andere uiteinde trekkracht  ontbreekt. De Stationsstraat gaat als een nachtkaars uit naarmate je deze straat verder inloopt. Maar ook de Smidsstraat is niet echt de ‘bewinkelde hoofdas’ die het zou moeten zijn: er zijn diverse onderbrekingen (in de vorm van woningen) van het winkelfront. Bovendien liggen meerdere trekkers letterlijk ‘buiten spel’, zij liggen buiten het kernwinkelgebied en/of zijn niet zichtbaar. Tot slot hebben we geconstateerd dat de loopafstanden tussen de winkels best lang zijn, of in vaktaal, het winkelgebied is niet compact.

De projectgroep gaat gesprekken aan met de diverse grotere spelers in het centrum van Zelhem, om te kijken of zij wellicht willen verplaatsen. Daarmee zou de structuur verbeterd kunnen worden. Mogelijk is er aan de zijde van de Stationsstraat een grotere ontwikkeling nodig om het centrum in evenwicht te krijgen en plaats te bieden aan winkels (of andere functies) die nu nog ‘buiten spel’ liggen.

Projectteam

Jaap Louwerier (trekker)
Henk Hollak
Bas Hulshorst
Jan Willem Speentjes